Werkzame idealen
Ik zal met het slechte nieuws beginnen. Hoe enthousiast je ook wordt van mijn beschrijving van dit boek, het is nieuw niet meer te vinden. Ik heb nog pogingen gedaan via Boekwinkeltjes, over het algemeen een heel goede vindplaats van oudere boeken. Maar niets, helemaal niets… Ook geen digitaal exemplaar via een bibliotheek, alhoewel in sommige bibliotheken nog wel in hardcopy op te vragen is. Wat een mazzel dat ik college kreeg van Doret de Ruyter, die samen met Jos Kole de uitgave samenstelde en redigeerde. En toen ik haar vroeg of zij nog een gouden tip had waar ik het kon vinden, liep ik een paar uur later de universiteit uit met het boek. In gloednieuwe conditie, de krimpfolie zat er nog om!
In het boek wordt in de inleiding ingegaan op de veranderde context van professionals. Mondige burgers, de opkomst van managerialisme, de toegenomen martkwerking. Aan de ene kant is er sprake van de-professionalisering, aan de andere kant moeten werkers in verschillende sectoren zich steeds ‘professioneler’ opstellen. Niet alleen in technisch-instrumentele zin, maar ook in ethische zin. In codes wordt de ethiek gecodificeerd, oftewel vastgelegd en tot richtsnoer voor handelen gemaakt. Binnen beroepscodes domineert over het algemeen de deontologische of ‘verplichtende’ toon. De werker verplicht zich ten opzichte van anderen om het een nadrukkelijk te doen en het andere te laten. Daar is op zich niets mis mee, zeggen de auteurs, maar daarmee komt de oriëntatie op idealen onder druk te staan. Terwijl professionals met die idealen nu juist een positieve kracht in handen lijken te hebben op de werkvloer. Er wordt dan ook gepleit voor een (her?-)oriëntering op
die idealen. U begrijpt waarom ik dit boek moest lezen.
Na het relatief korte inleidende hoofdstuk waarin bovenstaande oproep wordt gedaan, volgen hoofdstukken vanuit het perspectief van verschillende sectoren en beroepen. Huisartsen, ingenieurs, maatschappelijk werkers. ambtenaren, journalisten, militairen, om er maar even een paar te noemen. En alhoewel hun dagelijkse praktijk enorm varieert, speelt bij allemaal het thema van ‘het goede doen’ en hoe je dat eigenlijk doet. Waardoor laat je je leiden? Of – waar dit boek op wijst – door wat laat je je inspireren?