Aristoteles – streven naar een goed leven

Aristoteles (384–322 v.Chr.) is een van de grondleggers van de westerse filosofie. In zijn Ethica Nicomachea beschrijft hij ethiek niet als een systeem van regels, maar als een vorm van levenskunst: hoe kunnen we een goed leven leiden, in relatie tot anderen, binnen een gemeenschap? Die vraag staat centraal in zijn denken. Niet door abstract redeneren, maar door te kijken naar de praktijk van het handelen — en naar het karakter van de handelende persoon.

Aristoteles stelt dat het goede leven alleen mogelijk is in samenleven met anderen, en dat het vraagt om de ontwikkeling van deugden: karaktereigenschappen die ons in staat stellen om goed te handelen. Denk aan moed, rechtvaardigheid, mildheid, bedachtzaamheid. Deze deugden leren we niet uit boeken, maar door oefening, voorbeeld en reflectie — binnen praktijken waarin mensen samen streven naar het goede.

Voor professionals betekent dit: vakmanschap is niet genoeg. Goed handelen vraagt om praktische wijsheid(phronèsis): het vermogen om in concrete situaties goed te oordelen, met oog voor wat recht doet aan de mensen en omstandigheden die zich aandienen. Professionals opereren vaak in spanningsvelden — tussen regels en situaties, tussen belangen en waarden. Aristoteles biedt een kader waarin handelen niet gaat over ‘het juiste antwoord’, maar over het ontwikkelen van het vermogen tot oordelen.

In een tijd waarin professionals onder druk staan om te standaardiseren, registreren en verantwoorden, herinnert Aristoteles ons eraan dat goed werk ook vraagt om moreel karakter, ervaring en innerlijke gerichtheid. Zijn denken nodigt uit tot een herwaardering van professionele autonomie, relationele betrokkenheid en morele vorming.

It is our choice of good or evil that determines our character, not our opinion about good or evil

Leestip: Aristoteles, Ethica Nicomachea – klassieke tekst, beschikbaar in verschillende Nederlandse vertalingen.Voor een toegankelijke inleiding: Martha Nussbaum, The Fragility of Goodness (1986), waarin Aristoteles’ denken wordt verbonden aan menselijke kwetsbaarheid.

Reflectie: welke deugd helpt jou in het werk het meest?