Zygmunt Bauman – Relationele nabijheid

Zygmunt Bauman (1925–2017) was een Pools-Britse socioloog en filosoof, bekend om zijn scherpe analyses van de moderne samenleving. In zijn werk stelt hij dat we leven in een tijd van vloeibare moderniteit: een wereld waarin structuren, relaties en zekerheden steeds sneller veranderen of oplossen. Dat geldt ook voor instituties, normen en identiteiten — niets lijkt nog vast of duurzaam. In zo’n context raakt ook de morele verantwoordelijkheid van professionals onder druk.

Bauman analyseerde onder meer hoe bureaucratische systemen verantwoordelijkheid kunnen verdunnen: door het werk op te splitsen in taken en procedures, raakt niemand meer aanspreekbaar op het geheel. In Modernity and the Holocaust laat hij zien hoe morele afstomping kan ontstaan binnen ‘goede organisatie’ — als niemand meer vraagt of het geheel nog moreel verantwoord is. Niet alleen bij extreme misstanden, maar ook in het alledaagse professioneel handelen kunnen we de ander uit beeld verliezen.

Voor professionals is dit een indringende boodschap: moreel handelen vraagt geen abstracte regels, maar relationele nabijheid. Bauman pleit voor een terugkeer naar wat hij noemt de morele impuls: het moment waarop de ander zich aandient als kwetsbaar mens, en jij aangesproken wordt — vóór alle procedures en rollen. Die impuls is niet altijd gemakkelijk te volgen, zeker niet in complexe, gestructureerde contexten. Maar ze blijft de basis van morele betrokkenheid.

In de hedendaagse praktijk van sociaal werk, zorg en onderwijs — waar systemen vaak domineren — helpt Bauman herinneren aan het belang van aanspreekbaarheid, nabijheid en morele alertheid. Professionals moeten voortdurend navigeren tussen systeemverantwoordelijkheid en morele verantwoordelijkheid — en soms de moed hebben om die laatste zwaarder te laten wegen.

“Moreel zijn is geraakt worden door de ander, voordat je erover nadenkt.”
– Zygmunt Bauman, parafrase uit Postmodern Ethics (1993)

Leestip: Zygmunt Bauman, Postmodern Ethics (1993) – over ethiek voorbij regels en structuren, met veelzeggende voorbeelden.

Reflectie: In welk moment in je werk voelde je je moreel aangesproken, nog vóórdat het systeem of protocol iets van je vroeg — en wat deed je met dat gevoel?